Insomnia

Ik durf niet meer te dromen,
want al mijn dromen gaan over jou.
Dus ik zal nooit meer slapen,
want slapen maakt me zwak.
Angstig wacht ik af
tot mijn lichaam niet meer kan,
en ik achterblijf met de spookbeelden
veroorzaakt door slaaptekort.

Waarom kan ik niet vluchten
voor jouw gezicht?

Territoria

Het woud is duister, vol gloeiende ogen
en blinkende tanden.
Het klamme gehijg van de jacht in je nek.
Je kunt niet jagen met de wolven
als je een fucking prooi bent.
Er is geen plaats voor schapen in de roedels,
en als we je vinden maken we je af.
Je draagt een wolvenhuid,
maar die hangt los om je schouders.
En je witte hoeven kunnen niet sluipen als de grijze poten
aan de top van de voedselketen.
We kunnen je ruiken, we weten dat je er bent.
Ga in de kudde staan, vlucht in de massa,
blijf waar je hoort.
Er is geen plaats voor schapen in de roedels.
En als ik je nog één keer zie sluipen,
arrogant kutbeest,
ruk ik de hersenen uit je verdwaasde schapenkop
en hang je darmen als slingers in de bomen.

Monoliet

Één nacht mocht je hebben,
minder zelfs dan dat.
Je ramde een indruk in mijn geheugen
als een heipaal op zachte grond.
Een permanente gravure
in de grijze massa van mijn brein,
als ware die geëtst in koper.
Hier torent een stalen monument aan het verleden
waaraan het heden nooit kan tornen.
Jij streelde me, verleidde me,
terwijl je mij dwong
mijn geweten af te tasten.
Fuck jou,
laat me nu eindelijk
eens met rust.