Vandaag wil ik jullie vermaken met
een ballade over koolhydraten
Ik heb het zorgvuldig op rijm gezet
en de versmaat decimaal gelaten
Wie niet graag over eten wil praten
of sadistisch denkt dat ik dit verdien
kan dit gedicht beter snel verlaten
Oh man, ik kan geen koolhydraat meer zien
Het begint ’s ochtends, ik ben net uit bed
ruik ontbijt en voel me opgelaten
wordt verrast met een rijst en ei banket
toch zijn er ’s middags al nieuwe gaten
Tijd dus om rijst met boon te soldaten
Ik hoop op wat anders dan rijst sindsdien
maar geen nieuw voedsel om te mooipraten
Oh man, ik kan geen koolhydraat meer zien
Razendsnel vergaat mij mijn binnenpret
wanneer ik ’s avonds laat kan gaan haten
op de aardappelsoep in kwaad kwartet
met rijst, en brood, en maïs voor veelvraten
Waarom? Zijn hier vezelsyndicaten
een enge granenmaffia, of tien,
die mij volstoppen voor eigen baten?
Oh man, ik kan geen koolhydraat meer zien
Een week ging voorbij sinds we daar zaten
Ik at vele aardappels sedertdien
en rijst en granen vulden de gaten
Oh man, ik kan geen koolhydraat meer zien