Tom was bijzonder principieel.
Hij had zich voorgenomen nooit te lachen om een grapje dat hij niet daadwerkelijk grappig vond.
Dat was voordat hij leerde over sociale principes.
Omdat Tom zelden om grapjes lachte, vond zijn omgeving hem arrogant.
Tom vond zichzelf oprecht.
Dat hielp niet.
Tom was gehecht aan zijn principes, maar ook aan zijn vrienden.
Dus Tom breidde het principe uit.
Hij zou nooit lachen om een grapje dat hij niet daadwerkelijk grappig vond, maar als het grapje uitgesproken werd door iemand die hij aardig vond, dan zou hij goedkeurend gniffelen.
Zijn omgeving stemde hiermee in.
Tom gniffelt vaak, maar lacht zelden.