Ken Je Andrew Marvel? Nee? Mooi.

De zon staat op het punt te sterven
en ik denk alleen maar aan jou
niet wetend, waar ik moet beginnen
Wellicht bij je lange, golvende haar,
je lach, helderder dan alle anderen
of je ogen, die stralen als de maan?
Beter, misschien, je scherpe geest
die al mijn karige talenten overschaduwd
en me keer op keer verbaasd
Ik zou nogmaals een levenscyclus
van de Aarde nodig hebben, zes biljoen jaar
alleen maar om je huid te leren kennen
En wanneer al je cellen zich hernieuwd hebben
begin ik weer van voren af aan

Fuck meid, ik zou alles aan jou
nog een eeuwigheid willen
zien, voelen, ruiken,
observeren, bestuderen,
maar de wereld gaat dood.
De bomen verschrompeld
De aarde leeggetrokken
De zee volgepompt
De tijgers vermalen
De dolfijnen geharpoeneerd
En de zon staat op het punt te sterven
De tijd dringt voor onze schoonheid,
alles wat over zal blijven is ratten en raven

Maar we moeten niet dwalen in verdriet
of weeklagen over een toekomst
die nog niet hier is
Wat wie zijn wij, als we niet
de scheppers van ons eigen lot zijn?
En hoewel de buitenwereld niet langer
is wat wij wensen dat die zou zijn
biedt ik nog één laatste illussie
We zijn niet de laatste mensen op aarde
en zeker niet de eerste,
maar voor één nacht
kunnen we dat wel zo laten lijken

Timoer

Het Zwaard der Islam spreekt
in paleizen gevuld met
Korans, kalligrafie, filosofen
Zijn woorden klinken ver;
kerken worden gebrand, hoofden worden gescheiden

In zijn wake rijzen torens
schedels gestapeld als stenen
De doden overzien het beroofde land
uit holle ogen en zonder woorden
Ze hoeven nooit meer te huilen
nooit meer te vluchten
nooit meer te bidden

Hulagu

Zie, de minaretten van Baghdad
dansen in de hete vlammen
van haar dood
en kleuren de lucht zwart

De inkt van haar boeken
sijpelt van de bladzijden
in de Tigris
en kleurt het water zwart

Bloed en botten worden één
met het puin en de modder
onder de hoeven
en kleuren de grond zwart

Bagdhad, het licht van de wereld
is gedoofd

Eeuwen komen en gaan,
maar zij zal nimmer wederkeren

Djenghis

Wanneer hun galop de aarde raakt
beven onze handen en onze muren
Morgen zijn ze hier
met briesende paarden en rollende torens
Achter onze stenen worden wij slechts beschermd
door onze moed en onze huid

Wanneer onze galop de aarde raakt
beeft de wereld van angst
De Grote Horde is gekomen om
stenen steden te maken tot graasland
Als de muren vallen
zullen wij hen uitroeien als ongedierte