Stilte overheerst nog altijd,
dode lucht omringt ons,
als je in mijn dromen kruipt
en ze tot nachtmerries spint.
Gepijnigd, want ik kan me
je gezicht niet meer herinneren,
noch kan ik het vergeten.
Stille schaduw uit het verleden,
ik bied je mijn bed aan,
maar nooit meer mijn hart.
Want ik vergeet je nooit,
ik vergeef je nooit.