Grafheuvel (Nooit Rust)

Een grafheuvel voor een koning.
Hij droeg een grote last, want
adeldom verplicht.
Zijn mantel was zwaar en
zijn rug was krom en gepijnigd.
Geve de koning wat de koning toekomt.
Toen hij stierf, begroeven we hem
onder een berg goud.

Zelfdestructie (Sex, Drugs & Rock ‘n’ Roll)

Sinds ik haar ontmoette
weet ik hoe zelfdestructie smaakt
Het smaakt naar nicotine en wiet,
gelijke delen champagne en whiskey coke
Ik proef het op haar lippen en haar tong
als ik met de mijne rond haar piercing cirkel
Het ruikt naar Chanel en rook en seks,
maar niet per se in die volgorde,
als ze mijn hoofd in haar nek trekt
Het voelt als nieuwe kleren van merken
waarvan de namen altijd in kapitaal geschreven zijn,
met daaronder een jonge huid
waar ik soms nog de striemen kan voelen
van haar gisteravond, of misschien vanochtend

Ze heeft al onnoemlijk veel mannen gehad
maar nog niemand die ik ken
en dat is mijn enige criterium
Mijn handen rusten hier, hier, of hier,
zij heeft de neiging af te zakken
We belanden eerst op de badkamer,
dan bij haar thuis op de trap
en we zijn bont en blauw
voordat we eindelijk het bed bereiken
Die ochtend vraagt ze of ik ontbijt wil
Ik zeg ja, zij vraagt: “Rood of wit?”

Schaduw (Ik Vergeef Je Nooit)

Stilte overheerst nog altijd,
dode lucht omringt ons,
als je in mijn dromen kruipt
en ze tot nachtmerries spint.
Gepijnigd, want ik kan me
je gezicht niet meer herinneren,
noch kan ik het vergeten.
Stille schaduw uit het verleden,
ik bied je mijn bed aan,
maar nooit meer mijn hart.
Want ik vergeet je nooit,
ik vergeef je nooit.