Het woud is duister, vol gloeiende ogen
en blinkende tanden.
Het klamme gehijg van de jacht in je nek.
Je kunt niet jagen met de wolven
als je een fucking prooi bent.
Er is geen plaats voor schapen in de roedels,
en als we je vinden maken we je af.
Je draagt een wolvenhuid,
maar die hangt los om je schouders.
En je witte hoeven kunnen niet sluipen als de grijze poten
aan de top van de voedselketen.
We kunnen je ruiken, we weten dat je er bent.
Ga in de kudde staan, vlucht in de massa,
blijf waar je hoort.
Er is geen plaats voor schapen in de roedels.
En als ik je nog één keer zie sluipen,
arrogant kutbeest,
ruk ik de hersenen uit je verdwaasde schapenkop
en hang je darmen als slingers in de bomen.